Winterreise is ongetwijfeld de meest fascinerende liederencyclus uit de klassieke muziek. De Britse tenor Ian Bostridge schreef in zijn boek over dit monumentale werk ‘Winterreise is onmiskenbaar een meesterwerk dat in ons gezamenlijk bewustzijn thuishoort naast de literatuur van Shakespeare en Dante, de schilderijen van Van Gogh en Picasso en de romans van de Brontë-zussen en Marcel Proust. Het maakt overal indruk, ook in culturen die in ruimte en tijd ver verwijderd zijn van de omstandigheden waarin de liederen ontstonden: het Wenen in de twintiger jaren van de negentiende eeuw’.

In 1827 stuitte Schubert in een almanak op de eerste twaalf ‘Wanderlieder’ van de gedichtencyclus ‘Winterreise’ van de romantische Duitse dichter Wilhelm Müller. Hij raakte diep onder de indruk. Hij besloot een liedcyclus te maken van deze teksten. In de nazomer kreeg Schubert ook de tweede helft van Müllers 24 gedichten onder ogen. Hij besloot ook deze Schubert te verklanken, waardoor de 24-delige liedcyclus Winterreise een feit was. 

Schubert schreef na voltooiing van de cyclus aan zijn vrienden ‘Kom vandaag bij Schober, ik zal jullie een cyclus huiveringwekkende liederen voorzingen. Ze hebben mij meer aangegrepen dan ooit bij andere liederen het geval was’. De vrienden waren verbluft. In de gedichten probeert een naamloze jongeling gedurende een eenzame en ijzige zwerftocht een verloren liefde te verwerken. In Winterreise wordt de natuur veelvuldig als metafoor gebruikt voor de gemoedstoestand van de naamloze reiziger. Sneeuw, wind, ijs; maar ook herinneringen aan de voorjaarszon, bomen en klaterende beekjes.

Jan Kobow, geboren in Berlijn, deed zijn eerste muzikale ervaring op in het Berliner Staats- und Dom Chor. Hij studeerde orgel aan de Schola Cantorum in Parijs, waar hij het Diplôme de Virtuosité behaalde. Vervolgens behaalde hij zijn diploma orgel en directie aan de Hochschule für Musik in Hannover, direct gevolgd door een zangstudie aan de Muziekhogeschool Hamburg bij professor Sabine Kirchner, die hij in 1999 afrondde. Jan Kobow was de eersteprijswinnaar op het 11e Internationale Bachconcours in Leipzig in 1998.

Jan Kobow heeft naam verworven als oratoriumzanger en als uitvoerder van oude muziek. Hij trad op met o.a. Collegium Vocale Gent, Nederlandse Bachvereniging, Freiburger Barockorchester en Akademie für Alte Musik Berlin. Hij werkte o.a. samen met Gustav Leonhardt, Philippe Herreweghe, John Eliot Gardiner, Jos van Veldhoven, Thomas Hengelbrock en Masaaki Suzuki.

Het liedrepertoire ligt hem na aan het hart. Hij geeft regelmatig concerten met de Himmlische Cantorey, een ensemble dat hij mede oprichtte. 

Petra Somlai, geboren in Hongarije, studeerde orkestdirectie en piano aan het Béla Bartók Conservatorium in Budapest. In 2007 haalde ze haar solistendiploma piano aan de Franz Liszt Academy in Boedapest. Ze studeerde fortepiano en klavecimbel bij David Ward (Engeland) en later bij Fabio Bonizzoni, Menno van Delft en Bart van Oort aan het Sweelinck Conservatorium Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag waar ze in 2011 summa cum laude haar masterdiploma haalde. In 2010 won Petra Somlai de eerste prijs en de publieksprijs van het Internationale Fortepiano Concours in Brugge (België). In hetzelfde jaar ontving ze de Hongaarse National Junior Prima Primissima Award als meest excellente jonge artiest. Ze treedt op in belangrijke internationale oude muziekfestivals als het Brugge Musica Antiqua Festival; Utrecht Early Music Festival; Haydn Festival Eszterháza; Budapest Beethoven Festival; Bach Festival Dordrecht; Klara Festival Brussel; AMUZ Festival Antwerp; en de Musikfestspiele Potsdam Sanssouci. Petra geeft concerten in heel Europa, VS en in Japan. Sij is docent fortepiano aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.